Honingbijen zijn sociale wezentjes. Ze bezitten unieke kennis en blinken uit in hun vermogen om te kunnen leren en samenwerken. Een bijenvolk bestaat uit circa 50.000 bijen en is uiterst strak georganiseerd. De bijen bouwen een van de meest stabiele structuren die de natuur kent: de honingraat. En vanuit die stabiele structuur werken zij op zo’n manier samen dat iedere bij in zijn kracht staat. Daarbij is de taak- en rolverdeling tussen bijen efficiënt verdeeld. Zo is er een koningin voor de eieren, zorgen darren (mannetjes) voor de bevruchting en kennen de werkbijen (vrouwtjes)hun eigen onderlinge taak- en rolverdeling.

Iedere werkbij is zelfsturend en heeft haar eigen expertise. Een bij ontwikkelt zich continu en wordt door haar omgeving gestimuleerd zich te bekwamen in nieuwe taken en rollen; een uitdaging in flexibiliteit.

Al naar gelang de situatie in de omgeving en de status van het volk, ontwikkelt een werkbij zich als generalist of specialist om zo altijd tot optimale prestaties te komen. Hoe groter de diversiteit van specialisten, hoe sterker en veerkrachtiger het volk. Oudere ervaren bijen delen door een ‘bijendans’ de door hen opgedane kennis uit het veld direct met elkaar en met de jongere werkbijen. Zo blijft de vergaarde kennis benut en kunnen de bijen topprestaties leveren.

Bijen spelen een cruciale rol in het bestuiven van bloemen en zorgen voor een grote variatie in gewassen die wij eten: 84% van de gewassen in Europa is afhankelijk van bestuiving. Dit geldt met name voor fruit en verse groenten, die ons helpen gezond te blijven.

Elke organisatie die wenst zich te ontwikkelen kan waardevolle lessen ontlenen uit de natuur. Bijen vertellen ons immers een bijzonder leerzaam en inspirerend verhaal.